Fruit Yahtzee

Wij hebben voor onze game-analyse Fruit Yatzee gespeeld. Het is een variant op de traditionele yatzee, maar de getallen zijn nu fruitstukken en de puntentelling werkt iets anders.

De spelers begrijpen de spelregels tijdens het lezen. Het is goed uitgelegd waardoor de spelregels makkelijk begrepen wordt. Er worden geen moeilijke woorden gebruikt en de regels zijn kort.
De spelregels zorgen er niet voor dat je gemotiveerd raakt om het spel te spelen. Er is geen spanning.

Het spel was erg makkelijk om te spelen. Het is wel saai omdat er niet veel spannends gebeurd en je moet lang wachten tot je aan de beurt komt.

Fruit Yatzee is meer een gezelligheidsspel dan een spel waar veel inspanning zit. Hierdoor krijg je ook geen overwinningsgevoel als je eenmaal hebt gewonnen. Yatzee is een kansspel, dus je kan ook niet per se goed of slecht zijn in het spel. Zo weet je ook dat het niet in principe niet uitmaakt hoe je gooit, en zo hoef je er op deze manier ook geen inspanning erin te stoppen.
Omdat het een gezelligheidsspel is, is er veel plezier tijdens het spelen. Als je iets niet lukt, moet je er om lachen, of als dat bij iemand anders gebeurd.

Het spel is niet goed. Ten eerste spreekt de spanning in dit spel ons niet aan. Het is kans, waardoor je niet weet of je wel gaat winnen of niet. Hierdoor wordt het wel spannend, maar daar tegenover staat dat je ook niet extra goed je best kan doen, want je kan de uitkomst niet bepalen.
Ten tweede lijken de sinaasappel en de appel ontzettend veel op elkaar, waardoor je steeds dubbel moet checken wat je precies gegooid hebt.
Ten derde is het niet goed dat wanneer iemand yatzee gooit (waar je de meeste punten bij kan behalen) bijna tot niet te verslaan meer is, omdat het zoveel punten zijn en de kans ontzettend klein is dat je het gaat gooien, ervoor zorgt dat je gaat denken: “Oh leuk! Het spel is dus voorbij.”
Ten vierde is er geen visuele meaningful play. Je kan niet zien bij de ander of hij voor staat of juist achter ligt.

Er vind gedragsverandering plaats wanneer iemand het hoogst behaalbare aantal punten heeft behaald. Dan gaat er een golf van enthousiasme door de speler heen. Bij de andere komt er dan een realisering plaats; we kunnen niet meer winnen.

De gebruiksaanwijzing kan je verbeteren door er meer spanning in te doen. Ook kan er meer gesproken worden tot de spelers, die het gaan spelen; de spelregels meer persoonlijk over laten komen. Zo kan je de spelers meer motiveren om het spel te gaan spelen.

Het doel van het spel is om het hoogst aantal punten te behalen.
Het thema is fruit en kans.
Je hebt 5 dobbelstenen en je hebt scorevellen. Je kan het overal spelen waar je wilt. De jongste speler begint en daarna komt iedereen om en om aan de beurt. Iedereen mag drie keer gooien, en wanneer je beurt afgelopen is, schrijf je je punten op het scorevel. Wanneer alle vakjes bij iedereen gevuld is, is het spel voorbij.
De meaningful play komt in uitdrukking in de kans.
Je gooit de dobbelstenen met 6 fruitstukken op: appel, sinaasappel, peer, banaan, meloen en (…).
Je hebt een scorevel waarbij je je eigen score kan bijhouden. Als je dus 5 keer een banaan gooit kan je dus 5 punten neerzetten achter het teken van banaan. Zo staan er op je scorevel alle punten die je kan behalen en hoe je al die punten behaald.
Je mag 3 keer gooien per beurt. De gedobbelde fruitstukken die je wilt behouden, mag je laten liggen en de overige dobbelstenen mag je weer gooien.
Heb je een score die je al hebt, of nergens kan invullen, dat moet je een kruisje ergens neerzetten waardoor je de gekozen score niet meer kan behalen.
Degene met de meest behaalde aantal punten wint.
Mensen die houden van een gezellig, niet erg competitieve spel, waarin je niet per se goed of slecht kan zijn,  zullen van dit spel genieten.
De doelgroep is kinderen.
Het spel zou succesvol kunnen zijn omdat het een ouderwets en bekend spel is, gestoken in een nieuw jasje.

Geschreven door Annelien Rozemuller